Het thema voor deze eerste adventszondag was duisternis en licht. Ook weer van die begrippen (net als genade) die voor ons 'gesneden koek' zijn, maar voor kinderen niet direct te begrijpen. Ze hebben uitleg nodig, en wat heerlijk dat wij die uitleg als ouders mogen geven!
We begonnen met het aansteken van de eerste adventskaars. Elke zondag een kaars erbij, tot het écht kerstfeest is.
Ik vroeg wat hij fijner vond: als het helemaal donker is of helemaal licht. Hij vond het wel fijn als het helemaal donker was, want dan kon hij lekker slapen :-) Maar na even doorvragen, vond hij het donker toch niet zo prettig. Zeker niet als hij alleen buiten op het erf aan het fietsen is. Dan is een lichtje toch wel fijn...
Daarna behandelde ik heel kort de scheppingsdagen. Ik pakte een mooie plaat erbij, en benadrukte hoe goed de Heere alles gemaakt had. Het was perfect. Adam en Eva waren zó gelukkig, met elkaar en met de Heere. Ze waren nooit ziek. Adam hoefde nooit onkruid te wieden. Ze waren nooit bang, zelfs niet voor de leeuwen. De leeuw speelde met het lammetje. In de Bijbel wordt dit ook wel 'licht' genoemd.
Hierna vertelde ik over de zondeval: de duivel wilde al dit moois kapot maken. Hij wilde dat het donker werd op de aarde. Adam en Eva waren ongehoorzaam aan God, en ze voelden direct dat het anders werd. Over de mooie plaat van de schepping had ik een stuk plastic gelegd. De jongens mochten met zwarte verf de plaat besmeuren. Intussen praatten wij verder over wat er toen veranderde, wat de wereld toen zo donker maakte. Precies het tegenovergestelde van licht.
Manlief vertelde daarna over de moederbelofte. God zocht hen op, wat een genade! De duivel dacht dat hij gewonnen had, maar hij heeft niet het laatste woord. God belooft dat Hij Iemand zal sturen die sterker is dan de duivel. Joas wist wel wie dat was: de Heere Jezus, het Licht van de wereld. De Heere God houdt zoveel van ons, dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft. Terwijl we hierover doorpraatten, veegde ik een paar plekken van de zwarte verf schoon in de vorm van een hart. Niet alle zwarte verf ging weg, want er is nog steeds zonde. Toch zal het op een dag weer zijn, zoals in het paradijs. Nee, nog mooier! Want in het paradijs verloor God Zijn schepselen. Maar wat kreeg Hij ervoor terug? Kinderen!
Hierna maakten we een advents-knutsel: een strook karton werd zwart geverfd. Dit doen we om een jampotje heen waar een waxinelichtje in zit. Dat lichtje zie je nu niet, maar we prikten één ster uit het karton. En volgende week zondag weer een ster. Zo krijg je steeds een beetje meer licht. (Foto volgt nog.)
Tenslotte vertrokken we naar de zolder (vliering). De jongens vinden het daar altijd erg leuk. Tot ik het licht uit deed: "mama, ik weet de weg niet meer!" Levi vond het echt een beetje eng. Maar bij papa op schoot, ging het wel. In de dikke duisternis legde manlief nog een keer kort het beeld van licht en donker uit. Toen hij vertelde over de belofte van de komst van de Heere Jezus, stak ik aan de andere kant van de zolder een kaarsje aan. Toen wisten ze wel weer de weg :-) Nog een extra les was om dicht bij het kaarsje te blijven...
Over een Bijbeltekst wordt nog nagedacht, Jesaja 9:1 is een serieuze optie.
(Inmiddels kennen we de tekst allemaal uit ons hoofd: Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.)
(Inmiddels kennen we de tekst allemaal uit ons hoofd: Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.)